Door MARTIN MENGER
Nee, meters maken zit er niet in voor de vrijwilligers van de ’Kloostermoppen’.
Aan de Bangert wordt langzaam een nieuwe kloosterpoort zichtbaar, melden Dagblad
voor West-Friesland en Enkhuizer Courant in 2008. Als herinnering aan klooster
Betlehem dat er eeuwen geleden heeft gestaan. Gemaakt van de restanten van de
kloostermuren die zijn opgegraven. Steen voor steen.
,,Ik denk dat het allemaal gouden stenen zijn’’, lacht Bert Balk van de
werkgroep. Een handjevol Blokkerders heeft besloten dat de historie van de
verdwenen kloosters Betlehem en Nieuwlicht bewaard moet blijven. Zo werd het
idee geboren om zelf de oude bakstenen en kloostermoppen van de opgravingen te
behouden, schoon te maken en van de oude kalkmortel te ontdoen. Ze te sorteren
om er straks twee kloosterpoorten van te maken. Die aan de Bangert, naast het
huis van de familie Balk, komt er nu als eerste. Eentje van eigen ontwerp,
waarvoor de werkgroep overal inspiratie heeft opgedaan.
,,We wilden iets laten zien van wat er hier ooit heeft gestaan’’, vertelt Bert.
,,Voor de bogen hebben we onder meer gekeken naar het metselwerk bij de oude
kerkjes van Zwaag en Wognum en het klooster in Ter Apel. Dat is van de orde der
Kruisheren, waar deze kloosters ooit aan waren verbonden.’’
De eerste keer dat de archeologische dienst van Hoorn in dit gebied van de
Bangert naspeuringen deed, was in 2003. Toen stonden de kassen van buurman
Kooiman er nog. Twee jaar later kwam de eerste echte opgraving, waarna de leden
die zich ’Kloostermoppen’ noemen, pas echt in actie kwamen. Brokken van de oude
kloostermuren werden onder handen genomen om de stenen los te bikken. In 2007 en
dit jaar was de laatste grote opgraving, waarna het betere bikwerk resultaat
had.
Boven:
hier stond het klooster.
Rechts:
De Kloosterpoort volledig
opgebouwd met opgegraven stenen
van het oude klooster
Bethlehem.
Klooster Bethlehem
1475-1573
Aan de Bangert in Blokker stond in de middeleeuwen een klooster voor
vrouwen. Het begon als een klein gebouw met enkele zusters op de locatie te
zien op de foto links boven. Het aantal zusters groeide snel en in 1494 bouwden zij een kapel
met begraafplaats. In de 16de eeuw groeide het uit tot een
compleet klooster met kruidentuin, boomgaard, bijgebouwen en brouwerij.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de Gereformeerde Kerk de enige
toegestane godsdienst. De kloosters, waaronder Bethlehem, werden in 1573
opgeheven.
Tussen 2005 en 2008 hebben archeologen van de gemeente Hoorn een groot deel van klooster Bethlehem opgegraven. Dit leverde sporen op van gebouwen, bruggen, waterputten en een muur rondom het kloosterterrein. Achter het huis Bangert 36-38 is het kerkhof teruggevonden. Op basis van al deze vondsten is een reconstructie van de plattegrond van het klooster gemaakt. De gebouwen en de kapel aan de Bangert konden niet worden onderzocht. Verder hebben de opgravingen heel veel voorwerpen van de zusters opgeleverd. Hieronder bevindt zich veel aardewerk, waaronder ook fragmenten van heiligenbeeldjes.
De euforie is groot bij
de archeologen bij Bangert 36-38 in Blokker. Uit de stukjes muur in het veld
blijkt dat het klooster Bethlehem veel groter is geweest dan gedacht.
Een achteloze passant zal niet veel voelen bij een paar armzalige bakstenen
in de drassige grond. Maar wie door de klei zompt en zich voorstelt dat hier
in de volstrekte verlatenheid in de 15e eeuw een toch behoorlijk klooster
heeft gestaan, is blij met die stukjes metselwerk. Je kunt zien dat de muur
pittig dik moet zijn geweest. Het is waarschijnlijk de omheiningsmuur van
het klooster geweest.
Daarbinnen woonden en werkten de nonnen, verbouwden ze hun eigen groenten en
kruiden en bakten ze hun eigen brood. In afvalputten hebben de archeologen
slachtafval gevonden. Botten van varkens. De archeologen verbazen zich er
over dat de terreinmuur veel langer is dan ze dachten, misschien wel honderd
meter lang. Amateur-archeoloog Piet Schrickx haalde pal bij de Bangert het laatste stuk muur naar boven. Ze konden er maar kort van
genieten, tijdens de opgravingen werd het deel aan de straat bedolven onder de grond:
er moest hier beginnen met bouwen.
Verderop in het land kon men nog vier weken graven. Dat doen ze onder
leiding van archeoloog Guus van den Berg. Aan vaatwerk hebben ze tot nu toe
stukken van eetborden uit de kloostertijd gevonden. Het was roodbakkend
aardewerk met boogjesversieringen en staand op een voetje. Ook stenen
kruiken zijn deels naar boven gekomen. De mannen hopen bij verder onderzoek
de kapel te vinden.
Het nonnenklooster is gesticht in 1475 door een zekere Mr. Gerrit en twee
priesters. De eerste bewoonsters kwamen van het moederklooster uit de buurt
van Sneek.
De zusters leefden aanvankelijk volgens de regels van Sint Franciscus, maar
al spoedig namen ze de regels van Sint Augustinus aan en stelden ze zich
onder het kapittel van de Kruisbroeders.
Boerenhoeve
Klooster Bethlehem heeft als klooster nog geen eeuw bestaan. Na de
reformatie is een deel van de gebouwen als boerenhoeve in gebruik genomen.
Tijdens eerder proefonderzoek hebben de archeologen de huidige grootte van
het klooster niet gezien, doordat proefsleuven soms net naast een spoor van
een muur bleken te zijn getrokken. Nu lijkt het er op dat er uiteindelijk
heel wat meer zusters hebben gewoond dan de negen of tien die er zich in
1475 vestigden. De archeologen zijn bang dat de resterende vier weken niet
voldoende zijn om het onderzoek goed te kunnen afronden.
[Bron: Het Noordhollands Dagblad, 22 oktober 2005]